De laatste vlucht van koning Boudewijn

De laatste vlucht van koning Boudewijn

Op 22 juli vertrekt een bemanning van het 21 Smaldeel met de Boeing 727 CB-01 naar Granada, gelegen op 70 km van Motril. Aan boord koning Boudewijn, zijn echtgenote koningin Fabiola en hun personeel, die naar jaarlijkse gewoonte hun zomervakantie doorbrengen in Spanje. Amper 10 dagen later komt er een abrupt einde het verblijf, want op zaterdagavond 31 juli 1993 overlijdt de koning in zijn vakantieverblijf. 

Het vliegtuig
Het vliegtuig

‘s Anderendaags wordt het stoffelijk overschot van de koning door de 15 Wing naar België teruggevlogen. Zendingsoverste Kolonel Axel Vermeesch herinnert zich de repatriëring alsof het gisteren was.

Op zondag 1 augustus stond er een vlucht met C-130 naar Boekarest gepland om weeskinderen op te halen die hun vakantie in Belgische families zouden doorbrengen. Maar die ochtend werd ik rond 5u wakker gebeld. De officier van het operatiecentrum van de 15 Wing, een jonge kapitein lichtjes overstuur, zei me: “Kolonel, u vliegt niet naar Boekarest maar met de B-727 naar Granada. Koning Boudewijn is gestorven en moet teruggebracht worden naar België. Ik heb een hoger officier nodig als zendingsoverste en u bent de eerste die ik kan bereiken! Kom zo vlug mogelijk naar hier in uitgangsuniform astublieft.”

In de auto, op weg van Zemst naar Melsbroek, hoorde ik waarschijnlijk als een van de eerste Belgen die morgen dat koning Boudewijn tijdens de avond van 31 juli op vakantie in Montril onverwacht aan een hartstilstand gestorven was; hij werd amper 62 jaar.

Koning Boudewijn
Koning Boudewijn

Bij aankomst in het WOC (Wing Operations Center) bleek dat er ook een aanvraag voor de twee Falcon-20 (DA-20) vliegtuigen was binnengekomen met bestemming Granada. Een eerste toestel om prins Albert en prinses Paola, die op vakantie waren in Zuid-Frankrijk, op te halen. Het tweede vliegtuig om premier J-L. Dehaene, minister van Justitie M. Wathelet en de kabinetchef van de koning J. Van Ypersele de Strihou naar Granada te brengen.

De officier WOC en zijn onderofficier trokken zich de haren uit het hoofd: vakantieperiode! De ene helft van het personeel was nog met verlof zou dus op maandag 2 augustus terug aan de slag gaan; voor de andere helft begon het zomerverlof op 1 augustus. Een eerste bemanning DA-20 was vlug gevonden en was reeds opgestegen naar Marignane (bemanning: piloten Heyvaert en Verhaegen en steward Almey). Het bleek echter onmogelijk twee piloten voor de tweede bemanning DA-20 te vinden. 

Met mijn vijf jaar lange ervaring als hoofd van het Bureau Luchttransport (VS3/Tpt) op de Staf van de Luchtmacht kon ik de officier WOC met raad en daad bijstaan. Ik raadde hem aan de maatschappij ABELAG in Zaventem op te bellen om een zakenjet ter beschikking te stellen voor de premier. Op de vraag van de officier WOC wie die vlucht zou betalen antwoordde ik “noch jij noch ik.” Een uur later steeg de jet op richting Granada. 

Rond 7u was de voltallige bemanning voor de B-727 CB-02 in de 15 Wing aanwezig. Opnieuw was commandant D. De koninck de boordcommandant, met tweede piloot J-L. Jacquemin, flight engineer L. Baurin en stewards J. Van Looy en P. De Keulenaar. Zelf was ik navigator tijdens die vlucht en als zendingsoverste was ik ook verantwoordelijk om alle problemen op de grond op te lossen.  We namen brandstof voor heen- en terugvlucht om zo weinig mogelijk tijd te verliezen in Granada, want we zouden zo vlug mogelijk terugkeren naar België. Het draaide echter anders uit.

De laatste vlucht
De laatste vlucht

Het was 9u toen wij opstegen met de grootmaarschalk van het hof en enkele personeelsleden van het koninklijk paleis aan boord. Twee uur later landden wij op het vliegveld van Granada. ‘s Middags kwam iemand ons melden dat er vóór 16u niets zou gebeuren. We namen een taxi naar het centrum van de stad om te eten en bezochten de tuinen van het Alhambra. Om 15u30 waren we terug op het vliegveld, waar niemand ons kon zeggen wat er te gebeuren stond. Rond 17u bracht iemand de eerste passagier voor ons: de trouwe hond van ons koningspaar. Daar we het brave beest niet aan boord konden opsluiten, wisselden wij elkaar af om ermee rond te wandelen op de tarmac! 

Toen rond 19u een groot militair eredetachement en een militaire muziekkapel opdaagden werd ons door de Spaanse veiligheidsmensen medegedeeld dat het wachten was op het Spaanse koningspaar dat er aan hield officieel afscheid te nemen van onze overleden koning en zijn weduwe. 

Het was rond 20u dat de Falcon-900 met koning Juan-Carlos en koningin Sophia landde uit Madrid en niet ver van onze B-727 geparkeerd werd. Een helikopter van de Guardia Civil met onze koningin en prins Albert landde kort daarna bijna gelijktijdig met de aankomst van de lijkwagen met het stoffelijk overschot van koning Boudewijn. 

Na het weerklinken van de nationale hymnes van Spanje en België werd de kist aan boord gebracht door jonge Spaanse soldaten. De kist werd bedekt met de Belgische vlag en een bloemenkrans van paarse Bougainvillea die door koningin Fabiola was gemaakt.

Het afscheid van Spanje was plechtig en toch zeer intiem. Pers en TV was niet te bespeuren, al publiceerde Paris Match achteraf toch enkele foto’s van ons vertrek op Granada.

De kist van koning Boudewijn
De kist van koning Boudewijn

Aan de trap van de B-727 waren de bemanningsleden bij de allereerste Belgen om koningin Fabiola en prins Albert hun medeleven te betuigen. Veel werd er echter niet gezegd, want we moeten ons houden aan de standaard begroeting ‘Welkom aan boord’, zoals voorgeschreven door het protocol.

Het was kort na 21u toen commandant J-L. Jacquemin met de CB-02 koers zette naar het noorden. De luchtverkeerscontrole meldde ons dat twee F-18’s van de Spaanse Luchtmacht ons vliegtuig zouden escorteren tot boven de Pyreneeën. Inderdaad, enkele minuten later zagen wij de twee toestellen heel dichtbij aan onze rechter en linker kant. Ik verliet de cockpit om dit mee te delen aan prins Albert die mij dankte en aan beide kanten door een venster ging kijken. Boven de Pyreneeën dankte commandant D. De Koninck de twee F-18 piloten en zette koers richting Melsbroek.

Iets na 23u landde commandant D. De Koninck op Zaventem. Een tiental minuten later kwam ons vliegtuig op de parking van de militaire luchthaven tot stilstand, met voor de laatste keer de fanion van koning Boudewijn uit het linker raam van de cockpit.

Het was donker en stil. De koninklijke familie en de leden van de federale regering maakten hun opwachting. Er heerste wat verwarring: wie zou aan boord komen om de kist met het stoffelijk overschot van koning Boudewijn en koningin Fabiola te begroeten? Enkel familieleden kwamen aan boord; de leden van de regering dienden te wachten tot acht militairen de lijkkist uit het vliegtuig naar beneden brachten. Met de paarse krans van Bougainvillea op de achterdeur vertrok de lijkwagen naar het koninklijk paleis van Brussel.

Voor de bemanningsleden van de CB-02 blijft deze vlucht van zondag 1 augustus 1993 bijzonder. Iedereen besefte dat hij deel uitmaakte van een historisch moment. Kolonel Vermeesch, die de koning al enkele keren had ontmoet en gesproken tijdens eerdere  vluchten naar Spanje, volgde de begrafenis mee op de televisie.   

Op 2 en 3 augustus werd koning Boudewijn opgebaard in het koninklijk paleis te Brussel waar duizenden Belgen hem een laatste groet brachten. Een officier en drie  onderofficieren van de 15 Wing hielden er op dinsdag 3 augustus de erewacht: luitenant A. Gerardy, eerste sergeant-majoor J. Van Asch, korporaal G. Ghekiere en adjudant Johnny Nys.

Foto’s: BE Defence & Nick Vermeesch

Dit artikel verscheen in RateOne editie 5 (juli 2018) naar aanleiding van de 25° verjaardag van het overlijden van koning Boudewijn.

Auteur: Caroline Ostyn