RBAC – IACE 2019

RBAC – IACE 2019

Manpower is de motor voor onze zweefvliegers

De zomervakantie is in zicht, zo ook de zweefvliegkampen en IACE, het International Air Cadet Exchange programma voor de luchtcadetten.  Generaal Guido Vanhecke, voorzitter van The Royal Belgian Air Cadets (RBAC) vzw, blikt positief vooruit, maar ook met enige weemoed terug op de evolutie van deze organisatie.

Zweefliegtuig
Zweefliegtuig

De laatste 11 jaar van zijn carrière was Vanhecke als adjunct stafchef en als stafchef van de luchtmacht nauw betrokken bij RBAC. Defensie is sinds jaar en dag sponsor van deze jongerenorganisatie en ondersteunt hen met materiële en financiële middelen. Toen hij in maart 2000 met pensioen ging en hij gevraagd werd om voorzitter te worden, kon hij uiteraard niet weigeren. Net zoals de Belgian Air Force Association*, een organisatie die hij in 2011 zelf oprichtte ter ondersteuning van de waarden en de tradities van de Belgische Luchtmacht, ligt ook RBAC hem nauw aan het hart. 

In tegenstelling tot vele andere collega-vliegers is Vanhecke zelf nooit luchtcadet geweest. “Als jonge gast groeide ik op in het Brusselse, was ik een fervent Scouts-lid en had ik zelfs geen weet van het bestaan van de luchtcadetten. Ik begon mijn vliegcarrière pas tijdens mijn studies Polytechnische Wetenschappen aan de Koninklijke Militaire School (KMS) in Brussel.” De inmiddels 77-jarige voorzitter die zelf tot bovenaan de ladder klom binnen Defensie, beseft nochtans zeer goed dat de organisatie vaak de eerste opstap is naar een carrière als militair piloot. “Minstens 80% van de vliegers bij Defensie worden tegenwoordig via RBAC gerekruteerd”, vertelt hij.

Generaal Guido Vanhecke en de luchtcadetten
Generaal Guido Vanhecke en de luchtcadetten

De zweefvliegtuigen van The Royal Belgian Air Cadets kunnen al vele jaren in de lucht blijven dankzij de talrijke toegewijde en gemotiveerde vrijwilligers. Net zoals dat in andere sectoren en bedrijven het geval is, wordt ook RBAC geconfronteerd met beknibbelde budgetten. Oud-gevechtspiloot Vanhecke getuigt: “Als stafchef moest ik de laatste negen jaar van vorige eeuw het personeelsbestand bij de luchtmacht downsizen van 18.000 naar 12.000 mensen. Anno 2019 telt de luchtcomponent nog amper 5.000 werknemers, die bovendien maximaal ingezet worden voor de operaties in het buitenland. Waar wij in het verleden de ruimte hadden om extra mensen te voorzien voor de werking van RBAC (chauffeurs, koks, administratief en technisch personeel…), is dat vandaag helaas niet langer het geval en is deze steun herleid tot een absoluut minimum. En als alles uitbesteed moet worden aan derden, kost dat handenvol geld. Niet alleen financiële middelen, vooral bekwame medewerkers en vrijwilligers liggen aan de basis om de organisatie optimaal te laten functioneren.” 

Loopt het voortbestaan van The Royal Belgian Air Cadets gevaar in de toekomst? Hopelijk niet! De voordelen die ontstaan dankzij deze jongerenorganisatie zijn een meerwaarde voor verschillende actoren. Enerzijds is er Defensie zelf. Het profijt dat men doet door de onmiddellijke rekrutering van geschikte, gemotiveerde leerling-piloten is enorm. Dat werd onlangs nog aangetoond in een thesis van een student Sociale en Militaire Wetenschappen aan de KMS. Anderzijds is er ook de luchtvaartindustrie, de burgerluchtvaart en aanverwante diensten en vooral de onbetaalbare ervaring die de jeugd er kan opdoen. Het traject van een luchtcadet start in België met het aanleren van discipline, vliegvaardigheden, het uitbouwen van een netwerk, ongeacht landstaal of sociale afkomst, kortom, een enorme verrijking. Eenmaal in het derde jaar krijgen sommigen onder hen de kans om de vleugels uit te slaan naar het buitenland via het IACE-project. Ze verbroederen er met gelijkgestemden in diverse talen, met andere culturen en verschillende politieke achtergronden.  

“Tijdens mijn carrière werd ik vaak geconfronteerd met afslankingen en andere drastische maatregelen door de politieke visie op Defensie.  We evolueren mee, met onze focus op het gezond houden en het voortbestaan van RBAC. Vroeger leidden we 75 kandidaten per jaar ‘gratis’ op, tegenwoordig zijn er dan nog maar 50 die ook een kleine financiële bijdrage moeten leveren. Misschien moeten we het de komende jaren nog wat afslanken? Zolang er maar kansen geboden worden aan mensen die echt gepassioneerd zijn door luchtvaart! Ook al is een oplossing misschien nog niet onmiddellijk helder, de oplossing bestaat, moet bestaan”, besluit de voorzitter hoopvol. “Positieve steun uit politieke hoek en de sponsorbijdragen van ondernemingen – zowel financieel als materieel – zijn van onschatbare waarde voor RBAC, een organisatie die ik met fierheid vertegenwoordig.”   

*www.bafassociation.be

Auteur: Caroline Ostyn