Bo van Spilbeeck: turbulentie en transitie
Voorzichtig tilt ze de Saab Gripen van haar boekenkast. “Gekregen van luchtmachtgeneraal Fred Vansina”, vertelt Bo Van Spilbeeck trots. “Op m’n boekenkast stonden al de Rafale, de Typhoon en natuurlijk de F-35, drie kandidaten voor de opvolging van de F-16, maar deze ontbrak nog.” Haast 35 jaar informeerde de VTM-journaliste ons over de ontwikkelingen in de lucht- en ruimtevaart. Mét kennis van zaken. “Maar toegegeven: sinds mijn transitie bekijk ik sommige dingen anders”.
Het verhaal van Bo Van Spilbeeck, toen nog een jongen die Boudewijn heette, start zoals dat van vele RateOnelezers. “Samen met m’n broer bouwde ik plastic vliegtuigjes, die ik met nylondraad aan het plafond bevestigde. De kamer stonk naar white spirit. Als kind kende ik bijna alle vliegtuigtypes, oude en nieuwe. Mijn vader had als luchtdoelartillerist de Veldtocht van mei 1940 meegemaakt. Van hem erfde ik de passie voor luchtvaart. Ik leerde silhouetten in de lucht herkennen, en zelfs het geronk van de motor. Een Britse aangetrouwde neef van mijn moeder die na de oorlog in België was gebleven, vloog voor Sabena. Ik zag mij al lijnpiloot worden. “Niet doen” raadde m’n moeder af. “Je bent nooit thuis”. Maar het vuur voor de vliegerij bleef branden. Toen ik een jaar of 17 was, ging ik op “para junior”-zomerkamp bij het leger. Ik sprong zelfs uit een C-130. Twee jaar later nam ik deel aan een BLOSO-zweefvliegkamp op Genk-Zwartberg. We werden er gesleept met een vliegtuig, wat vrij duur was waardoor ik die hobby niet volhouden kon. Met mijn vader en broer schuimden wij alle vliegshows af. Ik herinner me de Red Devils met de Fouga Magister, de spectaculaire Slivers op F-104, de Blue Bees op Alouette II… Het machtigste was de eerste voorstelling van de YF-16 in 1975 in Florennes. Testpiloot Neil Anderson steeg op naast de oude F-104. Zodra hij van de grond was, trok hij een looping van wel 9G zodat hij meteen in de staart van de Starfighter hing.”
Het pad van de jonge Boudewijn naar de luchtvaart ging ook niet in één rechte lijn. “Ik studeerde Romaanse filologie, Frans en Spaans. Mijn dienstplicht vervulde ik als KRO in de Medische Dienst. Nadien belandde ik bij de BRT Wereldomroep, waar ik een Franstalig radioprogramma presenteerde.”
Hercules besturen
De komst van de commerciële tv-zender VTM in 1989 schudde het Vlaamse medialandschap door elkaar. Al gauw maakte Boudewijn deel uit van de VTM-nieuwsredactie. Maar de Iraakse bezetting van Koeweit, wat zou uitmonden in Operation Desert Storm, deed de nieuwsgaring naar adem happen. “Onze redactie was in die beginjaren relatief klein. En plots rolden die beelden binnen van startende F-117’s, F-14’s, Tornado’s, flitsende beelden van nachtelijke luchtaanvallen. Bij VTM was ik de enige die het verschil kende tussen al die toestellen. De kennis die ik in m’n jonge jaren vergaarde kwam nu erg goed van pas. Zo kon ik het verhaal rond die luchtoorlog schetsen, de beelden selecteren. En zo werd ik naast luchtvaartspecialist ook de defensie-expert van de redactie. Maar laat mij duidelijk zijn: wapens an sich zeggen me niets, ik ben nooit een militarist geweest.
In 1993 was er de crisis in Somalië. Ik vertrok met een C-130 van de 15de Wing richting Kismayo. In het ruim waren een CVRT-pantservoertuig en rijen jerrycans vastgesjord. De vlucht leidde ons over het Afrikaanse oerwoud, waar geen traffic control was. “Wil je eens aan het stuur zitten?” vroeg de gezagvoerder. Uiteraard wilde ik dat. Een uur lang bestuurde ik de Hercules, de piloot gaf me de koers aan, mijn zweefvliegervaring kwam van pas. Tot een collega-journalist haar hoofd in de cockpit stak om te melden dat ze ziek werd. Mijn cameraman had alles gefilmd, maar op aanraden van de piloten besloten we om dat nooit uit te zenden.
Alpha Jet Demo
In 1996 bestond onze Luchtmacht 50 jaar en ik wilde daar een reportagereeks over maken. Op dat moment waren er opnames voor de illustere reeks Windkracht 10. Ik mocht mee en werd door een Seaking op een schip neergelaten. Later vloog ik mee met een AWACS. Onze F-16’s ondergingen net hun MLU (Mid Life Update) en wij mochten met de B-727 van de Luchtmacht naar Lockheed-Martin en daarna naar een Red Flag-oefening op Nellis AFB in Nevada. Daar zagen we ook de Thunderbirds van de USAF. Defensieminister Jean-Pol Poncelet was mee en ik vroeg hem of ik voor een reportage met de Alpha Jet mocht meevliegen. Verrassend zei hij “ja”.
De opnames voor het VTM-Nieuws gebeurden in samenwerking met Televox. Zij monteerden een camera in de cockpit – ik hoefde enkel op REC te duwen. Een Televox-cameraman filmde vanuit een tweede Alpha Jet. Hoog boven de wolken maakten we allerlei figuren, een onvergetelijk zicht. Alleen, na de landing bleek dat de cockpitcamera geblokkeerd was. Maar geen nood, ik mocht nog eens vliegen, nu met demopiloot Pat De Schrijver, in zijn fraai beschilderde machine. En Pat mocht ook stunts doen op lage hoogte. Mijn eerste vlucht vond ik bijna té rustig, daarom zei ik tegen hem: “Doe maar.” Waarop hij gewoon zijn hele show vloog. De weken voordien hadden we die al vanop de grond gefilmd, dus hadden we mooi beeldmateriaal dat we nu handig mee konden monteren tot een flitsende reportage. Bijvoorbeeld: halverwege de roll onderbreek je de cockpitbeelden en plak je er de opnames vanop de grond achter. De vlucht was heftig, maar m’n maag hield stand, al was ik blij toen we weer op de grond stonden. Onderweg naar huis voelde het alsof er een zak cement op m’n schouders lag.
Rampspoed
Helaas bracht ik ook minder leuke verslagen over vliegtuigrampen. In 1992 de A320 van Air Inter die tegen de berg Mont-Sainte-Odile vloog. In 1996 de C-130 in Eindhoven. De MH17 in Oekraïne in 2015. Toen de Concorde bij Parijs crashte, kreeg ik telefoon van de redactie, maar ik was helaas in het bos aan het fietsen. Een collega ging in mijn plaats…
Gewichtloos
Jaren later kreeg ik de kans om een zogenaamde paraboolvlucht mee te maken. Een professor van de UAntwerpen onderzocht welke invloed gewichtloosheid had op hersenen. Hij onderzocht vooral astronauten in het ISS, maar vulde dat aan met paraboolvluchten. Ik wist intussen dat ik vreemde bewegingen best verdroeg en zegde enthousiast toe. De vlucht ging door in Bordeaux, met een speciaal omgebouwde Airbus A310, in een vroeger leven het regeringstoestel van de Duitse Bondskanselier. Daarom had het weinig vlieguren op de teller. Het Franse Novespace, een spinoff van het CNES (Centre national d’études spatiales), transformeerde die tot een vliegend laboratorium – ook wel eens een kots-komeet genoemd. Voor de vlucht moest ik in het universitair ziekenhuis van Bordeaux een MRI-scan van mijn hersenen laten doen. Het “Zero G”-vliegtuig vloog op en neer langs de Franse kust, tussen Bordeaux en Bretagne. We deden 31 parabolen, één test en dan zes reeksen van vijf. Telkens trok de piloot het vliegtuig op tot het bijna in een stall terechtkwam, om het dan in een duikvlucht te duwen. Tijdens die parabolen waren we telkens zo’n 20 seconden gewichtloos. “Ga liggen op de grond en fixeer je ogen op een punt”, kreeg ik te horen. Een collega werd meteen misselijk, maar ik voelde niets. Ik zag de stewards aan boord gewoon blijven staan, dus deed ik na de eerste parabolen zoals zij. Ik zweefde rond zoals in de ruimte en gaf commentaar. Na de vlucht moest ik meteen een nieuwe MRI laten doen, om te zien of er iets veranderd was. “Zo te zien is er met Boudewijn zijn hersenen niks veranderd”, kondigde VTM-nieuwsanker Stef Wauters het verslag af met een knipoog.
Vrouwen boven
Intussen was er al jaren wél een verandering gaande. “Steeds meer begon ik me bewust vrouwelijker te kleden, maar ik wilde nog niet dat de kijkers zich vragen stelden, en stuurde bewust tegenstrijdige signalen uit. In 2016 maakten de fameuze Breitling Wingwalkers hun opwachting op de Sanicole Airshow. Ik mocht een reportage maken. Het fascineerde me – vrouwen die wel érg veel lef hebben door op de vleugel van een tweedekker te staan. Vooral toen ik aan de praat raakte met de twee piloten van die vooroorlogse Boeing Stearmans. Dit stuntwerk deden ze in hun vrije tijd, want allebei waren ze piloot bij British Airways. “No way dat ik op zo’n vleugel kruip”, lachten ze. Een van de vrouwen daagde mij uit: “Durf jij erop staan?” Nu ja, zou ik? Want weet je: eigenlijk heb ik hoogtevrees. Op reis lachen mijn vrouw en kinderen me uit als ik niet over de rand van een kasteeltoren durf te kijken. Maar deze kans zou ik niet laten liggen. Ze gespten me vast in een frame dat op de bovenste vleugel gemonteerd staat. Ik keek naar mijn schoenen, die bijna tegen de vleugelrand kwamen. “F*ck” riep ik hardop wanneer de oldtimer van de grond kwam. Maar ik onderging de ervaring van een vrouwelijke wingwalker: loopings en rolls, het hele programma. Ook dat mocht ik afvinken van m’n luchtvaart-list. Na de landing beëindigde ik mijn reportage met de knipoog “Vrouwen boven!”.
Voor de tv-figuur was de beslissing helder. Er volgde een transitieproces en de kijkers sloten Bo Van Spilbeeck in de armen. Ze bracht verslag uit bij de rollout van de Belgische F-35 in Fort Worth en stelde onze derde astronaut Raphaël Liégeois voor aan het publiek. “Ja, ik voel sindsdien bepaalde aspecten anders aan. Voetbal zegt me veel minder, en meer dan vroeger besef ik dat een F-16 niet enkel een mooi vliegtuig is, maar vooral een geducht wapen. Toch blijven lucht- en ruimtevaart mij fascineren. Wist je dat ik een hele collectie Lego Space opbouw ? De Saturnus V, de maanlander, het ISS. Het zijn de herinneringen van vroeger die deel blijven uitmaken van m’n nieuwe leven. Maar nu moet ik gaan. Marianne en ik vertrekken op reis en ik moet m’n outfits nog uitkiezen.” In de garage staat een knalrode oldtimer Mercedes cabrio waarmee het koppel binnenkort zuidwaarts cruist. “Maar bovenal, ik voel me nu véél gelukkiger.”
Tekst: Cynrik De Decker
Foto’s: © VTM Nieuws DPG Media & © Bo Van Spilbeeck
U las zojuist één van de gratis premium artikelen
Onbeperkt lezen? Maak gebruik van de exclusieve aanbieding
Bent u al abonnee?